
Wentelteefjes
Renske Verbeek, directeur van de Stadsgehoorzaal, is dol op eten. Op koken zelf iets minder. Muziek helpt: áls ze de keuken induikt om haar best beentje voor te zetten, zet Renske harde meezing- en dansmuziek op. Kan ze de spanning een stuk beter aan.
“Koken zie ik als een kunst die ik niet zo goed beheers. Ik ben altijd al dagen nerveuzig als er eters komen. Uiteindelijk wordt het vaak best lekker, maar ik kan het niet echt relaxt. Ik kijk altijd vol bewondering naar de vrienden die al lachend en kletsend de mooiste gerechten klaarmaken. Wat dat betreft lijk ik echt op mijn vader. Als ik even de keuken in kom om te vragen of ik iets kan doen, roept hij steevast gespannen: “Ja! UIT de keuken blijven!” Maar als alles lekker op tafel staat, is het weer helemaal gezellig.”
Renske zou, als geboren Vlaardinger, wel eens een hapje willen eten met mensen die nog niet zo lang in Vlaardingen wonen. “Hoe kijken zij naar de stad? Voelen ze zich welkom? Wat zijn in hun ogen de mooie plekken, waar liggen de kansen, hoe kijken ze naar het cultuuraanbod, wat zouden ze graag in Vlaardingen willen beleven? En het zou natuurlijk leuk zijn om dat bij een Vlaardingse horeca-ondernemer te doen! Nu ik dit zo zeg… daar kan ik best een projectje van maken.”
Eten hoeft van Renske niet superfancy te zijn; de gezelligheid eromheen is het smaakvolste voor haar. En je mag haar áltijd aan de mouw trekken voor de lasagne van haar geliefde Marco; een biefstuk van Flynns en een ouderwets prakje bij haar ouders.
Ingrediënten voor 2 personen
4 witte boterhammen, mogen een beetje oud zijn
3 eieren
200 ml melk
100 g suiker
bakboter
kaneelpoeder
– Neem een platte, wat diepere schaal (waar een liggende boterham in past) en breek daar de eieren in.
– Doe daar de melk, een theelepeltje kaneel en twee eetlepels suiker bij. Roer dit goed door elkaar.
– Leg de eerste boterham erin, laat het mengsel goed intrekken. De boterham ook een keertje omdraaien, zodat die aan beide kanten nat is.
– Zet vervolgens het vuur aan en doe een flinke dot boter in de pan.
– Als de boter bruin is, leg je de boterham voorzichtig in de pan.
– Leg dan meteen de volgende boterham in het mengsel.
– Het vuur een beetje medium, zodat het niet aanbrandt en het wentelteefje even kan harden.
– Als de boterham een beetje bruin en wat stevig is geworden aan de onderkant, kan je de boterham voorzichtig omdraaien.
– Draai de boterhammen een paar keer, zodat het stevige en toch nog sappige wentelteefjes worden. Of misschien kan je beter wentelteef zeggen, omdat het best een joekel wordt wanneer het mengsel goed is ingetrokken.
– De wentelteefjes zijn klaar als ze aan beide kanten mooi bruin zijn.
– Serveer ze met wat suiker en een beetje kaneel eroverheen. Je kan er trouwens ook lekker een bolletje ijs bij doen!
Dit recept staat in het kookboek van Kade40
Fotograaf: Rob Overmeer
Tekst: Manou van de Zande, Evelyn Strube
Renske Verbeek, directeur van de Stadsgehoorzaal, is dol op eten. Op koken zelf iets minder. Muziek helpt: áls ze de keuken induikt om haar best beentje voor te zetten, zet Renske harde meezing- en dansmuziek op. Kan ze de spanning een stuk beter aan.
“Koken zie ik als een kunst die ik niet zo goed beheers. Ik ben altijd al dagen nerveuzig als er eters komen. Uiteindelijk wordt het vaak best lekker, maar ik kan het niet echt relaxt. Ik kijk altijd vol bewondering naar de vrienden die al lachend en kletsend de mooiste gerechten klaarmaken. Wat dat betreft lijk ik echt op mijn vader. Als ik even de keuken in kom om te vragen of ik iets kan doen, roept hij steevast gespannen: “Ja! UIT de keuken blijven!” Maar als alles lekker op tafel staat, is het weer helemaal gezellig.”
Renske zou, als geboren Vlaardinger, wel eens een hapje willen eten met mensen die nog niet zo lang in Vlaardingen wonen. “Hoe kijken zij naar de stad? Voelen ze zich welkom? Wat zijn in hun ogen de mooie plekken, waar liggen de kansen, hoe kijken ze naar het cultuuraanbod, wat zouden ze graag in Vlaardingen willen beleven? En het zou natuurlijk leuk zijn om dat bij een Vlaardingse horeca-ondernemer te doen! Nu ik dit zo zeg… daar kan ik best een projectje van maken.”
Eten hoeft van Renske niet superfancy te zijn; de gezelligheid eromheen is het smaakvolste voor haar. En je mag haar áltijd aan de mouw trekken voor de lasagne van haar geliefde Marco; een biefstuk van Flynns en een ouderwets prakje bij haar ouders.
Ingrediënten voor 2 personen
4 witte boterhammen, mogen een beetje oud zijn
3 eieren
200 ml melk
100 g suiker
bakboter
kaneelpoeder
– Neem een platte, wat diepere schaal (waar een liggende boterham in past) en breek daar de eieren in.
– Doe daar de melk, een theelepeltje kaneel en twee eetlepels suiker bij. Roer dit goed door elkaar.
– Leg de eerste boterham erin, laat het mengsel goed intrekken. De boterham ook een keertje omdraaien, zodat die aan beide kanten nat is.
– Zet vervolgens het vuur aan en doe een flinke dot boter in de pan.
– Als de boter bruin is, leg je de boterham voorzichtig in de pan.
– Leg dan meteen de volgende boterham in het mengsel.
– Het vuur een beetje medium, zodat het niet aanbrandt en het wentelteefje even kan harden.
– Als de boterham een beetje bruin en wat stevig is geworden aan de onderkant, kan je de boterham voorzichtig omdraaien.
– Draai de boterhammen een paar keer, zodat het stevige en toch nog sappige wentelteefjes worden. Of misschien kan je beter wentelteef zeggen, omdat het best een joekel wordt wanneer het mengsel goed is ingetrokken.
– De wentelteefjes zijn klaar als ze aan beide kanten mooi bruin zijn.
– Serveer ze met wat suiker en een beetje kaneel eroverheen. Je kan er trouwens ook lekker een bolletje ijs bij doen!
Dit recept staat in het kookboek van Kade40
Fotograaf: Rob Overmeer
Tekst: Manou van de Zande, Evelyn Strube